Het wordt tijd voor een nieuwe serie. Mijn drang om te schrijven is groot, ik maak veel mee. Teveel. Mijn werk is een groot onderdeel van mijn leven en daardoor ook van m’n gedachten.
Waar ik mezelf het meest over verbaas is de enorme sprongen die ik heb gemaakt van Agorafobie, oftewel straat/pleinvrees, naar de dag van vandaag. Mijn aandoening ging gepaard met een dozijn aan andere fobieën en ik had het er toendertijd druk mee. Toen het een dagtaak werd was ik er klaar mee. Een simpel pilletje bracht uitkomst. Bij mij dan. Een duidelijker voorbeeld van ‘het zit tussen de oren’ is er niet. Ik geloofde in dat pilletje, dat kan niet anders. In tweeënhalf jaar was ik zo goed als genezen. Mijn wilskracht was enorm en hielp mij om grote sprongen te maken. Hierna volgden jaren van verbazing, ontdekken en uitbouwen. Vul zelf maar in, wanneer je minstens tien jaar niets hebt gezien van de grote wereld begint er een soort revalidatie. Genieten werd afgewisseld met angst. Maar de angst was nooit zo groot dat ik me wilde verstoppen. Het genieten en ‘leven’ had de overhand. Dit proces duurt lang, maar was het zo waard. Een ‘normaal’ leven.
Vier jaar na het eerste pilletje komt er een inhaalslag. Wat had ik allemaal willen doen, wat heb ik gemist! Ik wil het alsnog! Help me, geef het me, laat me! Hierin vond ik een grote vriend in m’n andere helft. Hij gaf en geeft altijd ruimte. Ik vlieg uit! Onderzoek en draai mee met de maatschappij. Zoek baantjes om te kijken hoe sterk m’n eigen benen zijn. Nooit zit ik zonder een baan en blijf zoeken naar iets ultiems. Iets waar ik me helemaal in kan vinden, wat aansluit bij m’n eigen gevoel en vermogen. En het is waar, volhouden en doorzetten brengt je daar waar je wilt zijn. Ik geef toe, bij mij was er een tikkie geluk en toeval aanwezig bij deze uitkomst. Maar hoe dan ook, ik kreeg een droombaan. Ik heb een droombaan.
Nu ik in de geestelijke gezondheidszorg werk komt er een proces bij m’n ‘genezing’. Dat weet ik pas sinds kort. Door m’n werk sta ik aan de andere kant en sta mensen bij die hetzelfde doormaken of tegen vergelijkbare situaties vechten. Het helpt me dat ik het zo goed begrijp, maar ik realiseer me in mijn eigen geval steeds meer hoe de buitenwereld hiermee omgaat. Ik was namelijk altijd in staat mezelf niet al te serieus te nemen, alles te bagataliseren tot iets kleiners en op die manier de kwetsende opmerkingen voor te zijn. Wanneer ik hoorde dat ik lui was omdat ik altijd thuis was en op de bank hing, vond ik dat vervelend, maar kon het ook niet goed praten voor mezelf. Het bleef hangen. Jarenlang blijkt nu. Net als het feit dat je ‘ziekte’ niet zichtbaar is. Ieder mens kan er z’n eigen invulling aangeven. En werkelijk, dat zijn andere invullingen dan wat mensen tegen elkaar zeggen als iemand ernstig ziek is. Er is veel begrip, liefde en steun wanneer mensen lange periodes ziekenhuis in en uit gaan, en terecht, laat dat duidelijk zijn. Maar als je geestelijk ziek bent blijft dat uit. Je staat alleen en hoort niemand uit je omgeving. De enigen die er voor je zijn is je naaste kring. Daarbuiten blijft het stil. Wat is dat toch? Onwetendheid? Angst? Ik weet wel dat ik een tijdje geleden een opmerking van een ‘oude’ vriend kreeg, dat hij z’n excuses wilde aanbieden. Nu hij zelf geestelijk ziek is durft hij toe te geven dat hij mij toendertijd een aansteller vond. Dat hij totaal niet begreep wat er in me omging. Het enige wat hij kon bedenken was negatief. Helaas voor mij. Maar het zette me wel aan het denken. Hij was vast niet de enige. Veel meer mensen moeten dat gedacht hebben. En voor het eerst in m’n leven voelde ik oneerlijkheid. Naar mezelf toe. Waarom altijd m’n best doen om te begrijpen dat jij en alle anderen nooit kunnen voelen wat ik voel! Begrip tonen is het minste wat je kan doen, het helemaal snappen is teveel gevraagd. Ik accepteerde dat, ik begreep dat. Tuurlijk is dat lastig als je dat zelf nooit gevoeld hebt. En ineens was ik dat zat. Met liefde had ik alle verloren jaren ingeruild voor een leven zonder denkbeeldige angsten. Maar het zij zo. Het was al lastig genoeg zonder al dat onbegrip om me heen. Voorop gesteld dat m’n familie, Ro en naaste vrienden er voor me waren. En pas nu, jaren later kan ik daar boos om zijn. Teleurgesteld.
Nu zie ik tijdens m’n werk hetzelfde gebeuren. Psychisch ziek zijn is retelastig uit te leggen en ongeaccepteerd. Dit is mijn bijdrage om misschien toch uit te leggen aan een paar mensen dat er ook ontelbaar veel onzichtbaar zieken zijn. En het één sluit het andere niet uit! Iedereen die ziek is, psychisch of lichamelijk, verdiend alle steun van omgeving en zelfs verder. Ook van mij! Ik blijf van mensen houden. Niemand houdt me tegen. Mijn steun heb je sowieso! Het zou mooi zijn als het voor meer mensen duidelijk wordt dat je een steun kan zijn met begrip zonder dat je het door hebt.
*Disclaimer: Net zoals ik ooit columns schreef voor de ING-nieuwsbrief is ook bij deze baan privacy zeer belangrijk! Daar heb ik geen moeite mee, met liefde schrijf ik erom heen. Ook gebruik ik fictieve voorbeelden om duidelijk te kunnen zijn. Niemand, behalve ikzelf, zal herkenbaar of met eigen naam genoemd worden. Mocht je het gevoel hebben dat het niet zo is, dan is dat puur toeval.