Toen ik vandaag voor de derde keer uit moest leggen waarom ik twee smurfen in elkaar moet flansen werd het me duidelijk. Het klinkt gelukkig heel raar. Raar in de zin van, waar heb jij het over?!

“Ro, haal jij even stro bij de buurman voor de smurfen?” is inderdaad in het bijzijn van anderen op z’n minst een beetje grappig. Ik mag er dan ook graag een schepje bovenop doen als er iemand verbaast opkijkt. “Ja, wij hebben drie smurfen en die eten alleen stro…” Maar alle gekheid op een stokje. Smurfen.

Vanaf morgen hebben we een dorpsfeest wat éénmaal in de vijf jaar vraagt om een thema in de straat. Bij ons in de straat gaan ze voor het blauwe smurfje en als je niet bij de vergaderingen bent mag je achteraf niet zeuren. Ik vind het dus een schitterend idee. Eén ding.
Als je mij in de toekomst weer een knutselklus toe schuift zonder dat ik hem zelf heb bedacht, een soort huiswerkgevoel, schuif de inleverdag dan een paar dagen naar voren. In twintig jaar tijd ben ik gelukkig nog steeds ongedisciplineerd in het op tijd maken van huiswerk en werkstukjes.

Drie weken geleden kreeg ik twee smurfenhoofdjes, twee houten kruisjes, twee blauwe tshirts en twee witte leggings. Het is op dit moment nog steeds niet meer dan dat eigenlijk. En inderdaad, morgen moeten ze ingeleverd worden.

Aaaaaaaah neeeéééeee. Ik moet nu echt beginnen. Nu!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

twintig − 15 =