Wat een heerlijke tijd is dit. Op de groep met kids heerst een opgewonden sinterklaassfeer. Meer dan goed voor hun is. Bij de meeste kids zit geen rem en ze fantaseren de hele dag door. De oudste van vijftien gelooft niet in Sinterklaas. Zegt hij. Maar dat is nou zo leuk aan het autistisch spectrum, het komt met veel verrassingen. Hij heeft namelijk ooit gehoord dat Sinterklaas niet bestaat, maar voor hem is juist dat moeilijk te geloven. Want hij is toch echt op het Sinterklaasjournaal, en hij komt toch echt de schoen vullen. En afgelopen week had hij ’s nachts de piet gehoord die de uitdraai van de computer kwam halen om over te schrijven in het grote sinterklaasboek. En die piet kwam met een sleutel binnen, want hij hoorde de deur. Die sleutel kwam vast uit het enorme sleutelkastje van de Sint. Wat hij namelijk niet wil, is het zakje zout wat hij ooit eerder kreeg omdat hij iets gesloopt had. Want wat staat er op die lijst die gehaald is. Gelukkig voor hem heeft hij meer lieve dingen dan stoute dingen gedaan, dat ik hem dat vertel geeft opluchting. Het is geweldig om te zien dat hij hard probeert niet in de verhalen te geloven maar ondertussen gespannen wacht op alles wat komen gaat. Om een beetje stoer te blijven fluistert hij soms “Sinterklaas bestaat niet” als de jongsten in de buurt zijn en zingt hij zachtjes “Sinterklaas is jarig, zet ‘m op de pot….” Een correctie van onze kant en het is weer stil.
Ik geniet ervan. Wat is er mooier dan Sinterklaas door de ogen van een kind.