Altijd in voor een verslaving


M’n hele leven kan alcohol me niet beroeren. Zelfs in m’n pubertijd dronk ik zo nu en dan een avond heel veel, zodat ik ook eens mee deed in de gekte. Ik eindigde dan steevast liggend op straat, buikpijn van het lachen en in de veronderstelling dat ik die sterren daar hoog in de lucht aan kon raken. Als je niet zoveel drinkt kunnen de mensen om je heen die anekdotes zo oprakelen. 

Wat ik wel goed kon was roken. Als de beste. Ergens twenty-something, stopte ik de eerste keer en had een slappe smoes toen ik anderhalf jaar later weer rookte. Dat hield ik vol tot m’n veertigste. Toen stopte ik om mezelf een rookvrij leven kado te geven. Op m’n verjaardag. Dat lukte en ik diende als voorbeeld voor velen. ‘Als Karin het kan…..?’ De wonderen waren de wereld nog niet uit. Ik ontwikkelde een koffieverslaving en was ervan overtuigd dat ik nooit meer een sigaret aan zou raken.  

Tot begin dit jaar. Het kriebelde in m’n lijf. Niet vanwege een sigaret. Maar ik had de drang naar iets. Waar anderen uren op een terrasje zaten aan een biertje of wijntje, keek ik om me heen of er nog winkels open waren. Het genieten kwam niet meer automatisch na vijf koppen koffie. Een wijntje maakte ook niets goed. Het deed me niets. Ik wilde iets! Nogmaals, iets waar ik naar uit kon kijken. Zoals Ro naar een krijtbord vol met verschillende speciaalbiertjes kon kijken. Het was onrustig in mij, alsof ik iets ‘stouts’ wilde doen. 

Zo kocht ik tijdens ons oud en nieuw campertripje een doosje filtersigaartjes. Voor na een kopje koffie op een gezellig terras met verwarming. Wat was dat heerlijk. Ik vond het echt thuiskomen. Achteraf was dat een teken aan de wand. Het deed me zoveel dat je kon berekenen dat ik vaker momenten zou gaan zoeken. Eerst zaten er maanden tussen. Toen weken. Als de vogeltjes naar het zuiden vlogen wilde ik het vieren. Alles werd een feestje. En toen kwam de dag dat ik zeker wist dat ik die dag iets meer wilde roken, omdat ‘ie zo speciaal was. Om nu aan die sigaartjes te gaan. Niet fijn voor m’n keel. Ik kocht een pakje mentholsigaretten. BAM! Daar was ‘ie! Mijn gezellige sigaretjes staken de kop op bij het begin van het terrasseizoen. Wat een gezelligheid. En wat zonde tegelijk. 

Tijd voor nieuwe afspraken met mezelf. Ik weet gelukkig van mezelf dat ik nooit dweepte met stoppen met roken. Dat de keren dat ik het met mezelf afsprak, ook echt een doel was. Ik mag van mezelf deze zomer ‘gezellig roken’. Daarna, klaar! Weer is bewezen dat ik geen gezelligheidsroker kan zijn. Te verslavingsgevoelig. Niet meer doen. Nog lang niet iedereen weet dat ik rook. Ik heb grenzen. Dat is maar beter. Voor ik het weet is het overal feest.

Mijn afspraak met mezelf staat in elk geval. Als een huis!